De 74-jarige Guus Hiddink heeft bij zijn presentatie als nieuwe bondscoach en technisch directeur van de Curaçaose voetbalselectie die een traningsweek afgelopen week afwerkte, een duidelijke doelstelling uitgesproken: “Als er wordt gevraagd, gaan we naar het WK? Dan zeg ik: ‘ja, we gaan naar het WK’. Wat kan ik anders zeggen? We gaan er alles aan doen.”
De ambitie is er en het zou fantastisch zijn als Curaçao het WK haalt, aldus Hiddink gisteren in het onderkomen van de Federashon Futbòl Kòrsou (FFK): “We gaan er hard aan werken om als team zo sterk mogelijk te worden.”
Hiddink, die voor de eerste keer in de Caraïben aan de slag gaat, vergeleek de uitdaging op het eiland met zijn functie als bondscoach van Australië, dat hij naar het WK in Duitsland in 2006 bracht. “Dat leek in het begin ook bijna onmogelijk, maar is wel gelukt.”
Hiddink erkende dat de afronding van het vertrek van zijn voorganger, Remko Bicentini, te lang heeft geduurd. “Daardoor heeft het ook extreem lang geduurd voordat ik met het team aan de slag kon gaan.”
Het FFK-bestuur bereikte afgelopen donderdag tijdens een kort geding overeenstemming over de financiële afwikkeling van het contract.
De benoeming van Hiddink werd in augustus al aangekondigd, nadat hij in het voorjaar was benaderd. “De situatie was vervelend voor Bicentini. Ik heb zelf ook wel eens in zo’n situatie gezeten. Maar voetbal gaat door”, zei de oud-bondscoach van Oranje. Hij wilde dat de bond eerst de zaak met Bicentini afrondde voordat hij zelf officieel met zijn werkzaamheden zou beginnen.
Hiddink ging akkoord met een dienstverband tot en met het WK van 2022 in Qatar. Afgelopen week was er een trainingskamp met de nationale selectie op Curaçao. Volgens hem ‘straalt de gretigheid’ bij de spelers eraf. “Ze hebben de afgelopen jaren een fantastische prestatie geleverd door van een FIFA-ranking van in de 100 naar een plaats rond de 80 te gaan. Nu moeten we de volgende stap maken.”
Hij wilde nog geen namen noemen van spelers die hij selecteert, ook niet van voetballers met Curaçaose roots die hij eventueel wil uitnodigen. “Daarvoor is het nu nog te vroeg.”
Wel hoopt hij dat het binnenkort weer mogelijk is om wedstrijden te bezoeken om spelers te bekijken. Dat is ook de reden dat hij zich niet op Curaçao gaat vestigen. “De meeste voetballers spelen in de Nederlandse, Duitse en Engelse competities. Die wil ik zoveel mogelijk bekijken.”
Bron: ANP