“Unfortunately I have to cancel my trip to the World Championship next week in London due to injury. I want to run fast, make the final and give it my all in the for a medal but my body not ready for that right now”, meldde Churandy Martina vandaag, vrijdag 28 juli 2017, op zijn blog.
Al een tijdje loopt de Curaçaose sprinter die voor Nederland uitkomt op internationale kampioenschappen en toernooien. Zijn volgende deelname zou op het wereldkampioenschap in Londen zijn en wel op de 200 meter en estafette-race 4x 100 meter.
Martina wilde dolgraag in Londen uitkomen en ondanks zijn blessure bleef hij tot laatst proberen ook te kwalificeren voor de 100 meter. “I made 7 WC, missing this one sucks but it will pay off afterwards. Rehab is going very good but I can’t rush it. We always have many plans but remember always GOD’S plan is the Best. Bless my lovely fans and I will come back Stronger and Faster”, schreef de Curaçaoënaar op zijn blog.
Martina is behalve Europees kampioen op de 100 meter, ook de Nederlandse kampioen op de 60 meter, 100, 200 en de 4x 100 meter estafette. Zijn beste prestatie op een WK was een vijfde plaats op de 100 en 200 meter in het jaar 2007. Op de Olympische Spelen van Rio de Janeiro werd hij ook vijfde op de 200 meter.
De Curaçaose sprinter kampt met een hamstringblessure en liep dit seizoen met pijn zijn wedstrijden. Martina wilde niet afmelden ook al vielen zijn tijden tegen. Hij slaagde desondanks erin zich op de 200 meter te plaatsen voor het WK. Alhoewel de 32-jarige atleet zich niet plaatste voor de 100 meter, kon hij als Europees kampioen mogelijk toch worden toegelaten op het koningsnummer.
“Ik ben zeer teleurgesteld dat ik door een blessure niet kan meedoen aan wat mijn achtste WK had moeten worden. Ik heb er alles aan gedaan om weer fit te worden, maar dat is niet gelukt”, aldus de 33-jarige Martina.
De sprinter verder: “Ik moet nu herstellen en goed voor mezelf zorgen zodat ik de komende jaren nog wel aan EK’s en WK’s kan deelnemen. Ook de Olympische Spelen van 2020 in Tokio wil ik niet missen.”
Bronnen en foto: ANP/NOS